Reisverslag 2008
Uit het reisverslag van Sam, Marieke en Samuelle 2008
Hoera, we zijn er!
De volgende dag vroeg weer op pad, nu naar Solwezi. Onderweg komen we door een groot landbouw gebied. Er worden velden beregend en er word op grote schaal vee gehouden. Dit deel van Zambia heet “The Copperbelt”
De Engelsen begonnen hier honderd jaar geleden koper te winnen en er zijn nog steeds mijnen in bedrijf. Een groot reclamebord prijst de beste dynamiet aan.
En daar is Solwezi, een stadje met aan de ingang een groot bord dat ons laat weten dat “hier alles gebeurd” en dat “Solwesi een schone stad” is. Inderdaad, er rijd een vuilnisauto voor ons! Hier in Solwesi is sinds een jaar een nieuwe kopermijn. Dit geeft de stad veel energie; er worden overal huizen gebouwd en wegen aangelegd.
We zoeken naar een bordje “Just There” dat het hotel van Ronald aangeeft. Gemist, we zien wel de gele gevel van “Brenda’s Beauty Home” en dat is ook bekend. Ze komt al naar buiten gerend en omarmd ons hartelijk. We bekijken haar kapsalon en kleding/cadeauwinkel. We krijgen koffie kletsen wat en gaan dan opzoek naar Ronald, haar echtgenoot. Ronald vindt het geweldig om ons te zien en wij hem. Toch wel gek om hem zo midden in Afrika weer tegen te komen. Hij heeft een paradijsje hier, mooi ingericht hotel, mooie tuin, mooie Afrikaanse bar, waar we urenlang zitten te kletsen.
Dan komt Brenda en gaan we eten aan een kunstig gesneden tafel; de chef heeft voor ons gekookt. De volgende dag gaan we op bezoek bij de stichting “op eigen benen” die we vorig jaar met geld uit de fooienpot gesteund hebben. Het is een project dat gehandicapten aan werk helpt zodat ze voor zich zelf kunnen zorgen.
Zo te zien is dat gelukt! Er is een gebouw in U vorm waarin een tiental bedrijfjes en winkels zijn gevestigd. De kleermakers hebben net een order gekregen van de nieuwe kopermijn om 4000 monsterzakjes te leveren. Maar ze maken vooral kleding van kleurige stof die de klant zelf aanlevert. De timmerwerkplaats maakt ledikanten, stoelen en kasten; ze hebben het druk! En dan is er het Holland Guesthouse, een hotel met veertien kamers. Het ligt vlak bij het busstation en is iedere avond volgeboekt. Alles wordt gerund door de gehandicapten, ze zijn met recht trots op hun werk. Ronald zit als oprichter ook in het stichtingsbestuur en helpt één dag per week bij de financiën en management.
Er tegenover is de markt. Het is een belevenis om daar je inkopen te doen. Groente en gedroogde vis, fietsen en cd’s we hoeven het niet. Sam vindt er wel goede sandalen en verliest prompt zijn tasje met z’n oude schoenen. Daar vast wel iemand gelukkig mee.
Dan gaan we op bezoek bij de missiepost van pater Pius, oom Harrie van Ronald. We maken kennis met deze energieke zeventiger die net terug is van een tocht langs gelovigen in de binnenlanden. Hij is een wijze man die hier al zijn hele leven werkt aan het geluk van de mensen. Allerlei ontwikkelingsprojecten worden door hem gerealiseerd. Hij heeft ook veel kerken gebouwd samen met de jeugd en hij trekt zich het lot van de gehandicapten aan. Bovendien is het een gezellige, gastvrije pater die van plan is nog heel veel jaar te werken en te genieten in Zambia.
We mogen onze mail checken en proberen weer wat de wereld in te sturen. Het lukt nog ook!
Ronald neemt ons twee dagen mee op stap en heeft een afwisselend programma voor ons. Zo bezoeken we het weeshuis waar we voetballen met de jongens. De blindenschool met internaat is opgericht door pater Pius. De kinderen doen spelletjes en maken huiswerk want wij zijn daar na schooltijd. Het internaat is pas klaar en nu worden er twee huisjes gebouwd voor leerkrachten. Solwesi is boeming, daardoor is er woningnood en zonder huis krijg je geen leerkracht. Nu ligt de bouw even stil want het geld is op. Pater Pius heeft bezoek van een collega uit Nederland en ‘s avonds komen ze ook naar “Just There” waar de chef een echt diner heeft bereidt.
In de krant staat dat er voorlopig geen benzine komt; dat gaat wel een weekje duren. Help, dan halen we Windhoek niet op tijd voor de terugreis!
We willen een besluit nemen over de bestemming van de fooienpot. “Op eigen benen” is op eigen benen en heeft zo te zien geen acute donatie nodig. De bouw van de huisjes bij het doven instituut is ook een mooi doel…. Twee dingen om over na te denken, we gaan er een nachtje over slapen.
We bezoeken Dorothy die een boerderij en visvijvers heeft. Ze is weduwe en leeft hier met kinderen en kleinkinderen in het dal op vruchtbare grond. Haar jongste zoon is boer. Hij werkt op het land. Er is geen enkele mechanisatie om de maïs en bonen te verbouwen. Er zijn een paar zeugjes en honderd mestkuikens. Het zijn zulke vriendelijk mensen, ze leiden ons overal rond en geven ons groente mee uit de tuin. De visvijvers wachten op regen want de pompput wordt niet gebruikt. De stroomaansluiting laat op zich wachten.
We zien ook beneden bij de rivier de rots met prehistorische tekeningen en gaan daar picknicken met de voeten in de het koele, snelstromende water.
Moses, de chef van de timmerplaats heeft een nieuw huisje gebouwd dat hij vol trots aan ons laat zien. Voor de verlichting plakt zijn vrouw kaarsen met een beetje kaarsvet tegen de muur. Hij heeft een order van Ronald voor een aantal stoelen maar dat schiet niet erg op. Voor zijn nieuwe tv heeft hij nog een accu en een omvormer nodig. De deal wordt nu gemaakt dat hij over een week zes stoelen heeft, dan brengt Ronald de spullen voor hem mee uit Lusaka.
We zijn op de farm van Brenda’s familie uitgenodigd en Brenda maakt voor ons een heerlijk streekmaal dat wij, naar plaatselijk gebruik, zonder bestek eten. Eerst lopen we naar de rivier, en zwemmen daar tot het gaat schemeren. Het huis van Ronald en Brenda is knus maar oud en klein dus willen ze volgend jaar een nieuw huis bouwen met uitzicht op de rivier.
Via een relatie van Brenda kunnen we aan benzine komen. Het is voor de dubbele prijs maar we willen graag 150 liter kopen zodat we Namibië kunnen halen! Brenda is een echte zakenvrouw. Ze regelt al het personeel voor het hotel en ook voor de rij huizen die ze samen met Ronald laat bouwen. Ronald vindt het ontactisch om als blanke hier de lakens uit te delen en bovendien kent Brenda alle gewoontes. Nu is zij bezig met een contract, dat ze voor de mijn gaat uitvoeren. Ze is altijd op zoek naar nieuwe zaken.
We gaan nog op de borrel bij de missiepost en geven een kwart van het geld van de fooienpot voor de bouw van de huisjes. Morgen vroeg gaan we weer op pad, het tweede deel van de reis gaat beginnen!